Vlaams Parlementslid
Kruimelpad
Een startbudget voor jongeren met een beperking
anaf 2020 kunnen jongeren vanaf 18 jaar die niet-rechtstreeks toegankelijke ondersteuning genieten vanuit een multifunctioneel centrum (MFC) beroep doen op een automatisch toe te kennen persoonsvolgend budget (PVB) via de procedure zorgcontinuïteit. De hoogte van dit automatisch toe te kennen budget komt overeen met de ondersteuning die de cliënt geniet in een MFC. Om dit automatisch budget te ontvangen dient de cliënt eerst de procedure voor een PVB te volgen. Inden de toegewezen budgetcategorie, als resultaat van de procedure, lager of gelijk is aan de ondersteuning in het MFC, wordt zijn toegewezen budgetcategorie toegekend.
Volgens het jaarverslag van het Vlaams Agentschap voor Personen met een handicap (VAPH) werden er in 2019 583 budgetten ter beschikking gesteld aan jongvolwassenen die ondersteuning kregen vanuit een MFC voor minderjarigen.
Recent vroeg ik hier cijfers over op aan Vlaams minister van welzijn Wouter Beke. Hij gaf me mee dat de kostprijs van zorgcontinuïteit MFC in 2019 in totaal 28.753.559.48 euro bedroeg voor 583 jongeren. In 2018 bedroeg dit 19.154.927,92 euro voor 507 jongeren. Er is dus op een jaar tijd sprake van een forse stijging.
Dit is enkel voor jongeren die een MFC verlaten, maar er zijn ook andere jongeren die nood hebben aan een budget. Zo vroeg ik ook de cijfers op van het aantal wachtende tussen de 18 en 25 jaar binnen de drie prioriteitengroepen. In prioriteitengroep 1 wachten 511 jongeren op hun budget, in prioriteitengroep 2 zijn dit 1118 en in prioriteitengroep 3 zijn dit 856 jongeren. In totaal gaat het dus om 2485 jongeren die wachten op een persoonsvolgend budget.
Ik stel mezelf de vraag of het nodig is dat jongeren die een MFC verlaten echt dienen te starten met hun toegewezen budget. Zou het niet beter zijn om te werken met een startbudget? Een budget dat is afgestemd op de zorgzwaarte en de budgetcategorie waar een jongere zich in bevindt, maar dat niet noodzakelijk het budget is van de continuïteit van de zorg die ze in een MFC kregen. Meestal hebben jongeren die een MFC verlaten nog een voldoende groot netwerk, waardoor het budget dat ze via de procedure zorgcontinuïteit krijgen hoger is dan het budget dat ze effectief nodig hebben. Daarom is het mijn idee te werken met een startbudget. Zowel voor jongeren die een MFC verlaten als voor diegene die tijdens de schoolweek bijvoorbeeld verblijven in een MPIGO (medisch pedagogisch instituut van het GO!) alsook voor jongeren die thuis opvang krijgen.
Het is niet voor iedereen toereikend, want het budget blijft hetzelfde, maar op deze manier kunnen er veel meer jongeren geholpen worden met dezelfde financiële middelen. Wat vind jij van dit idee? Geef zeker je mening via tine.vandervloet@n-va.be